Het laatste grootste feest op de Bijbelse feestkalender. Het feest dat terugkijkt en vooruitkijkt. Het feest waarbij wij als christenen ook een stuk vervulling en dankbaarheid zouden moeten uiten. God gaf in Leviticus 23 het volk Israël de opdracht om ieder jaar een week lang het Loofhuttenfeest te vieren. Eén van de dingen die herdacht werd was de tijd dat God ze uit Egypte had bevrijd en het volk veertig jaar door de woestijn leidde naar het beloofde land Kanaän. Door opnieuw in een hut te wonen, wordt het gevoel van kwetsbaarheid ervaren en een stuk afhankelijkheid van God. Want het is een moment om te vieren dat God altijd voor ons zorgt. Plus daarnaast is het een oogstfeest waarbij de laatste oogst van het jaar is binnengehaald. Het is daarom een instelling om zeven dagen vrolijk te zijn.
De loofhut moet gemaakt worden van natuurlijk materiaal, zoals takken en bladeren. Met vruchten en slingers wordt de loofhut vaak versierd. Door het dak van de loofhut moeten de sterren zichtbaar zijn. In de loofhut en in de synagoge wordt er gedurende het Loofhuttenfeest gezwaaid met een bundeltje takken van vier verschillende bomen: de loelav. Deze loelav wordt in zes richtingen gezwaaid: de vier windrichtingen, omhoog en omlaag. Dit laat zien dat Gods goedheid er voor iedereen is. Bij de loelav hoort een etrog, een citrusvrucht die lijkt op een grote citroen, een symbool voor vreugde.
Het Loofhuttenfeest ziet ook uit naar het moment dat God weer onder Zijn mensen woont, net zoals Hij het in bedekte termen deed tijdens de uittocht. Maar toen Jezus hier op aarde rondliep, werd er over Hem gezegd dat Hij onder ons tabernakelde. Hij had Zijn tent opgeslagen. Maar dan, op dat moment in de toekomst, zal de HEERE weer wonen onder Zijn volk, zullen wij Zijn volk zijn en Hij onze God. Daarmee is het Loofhuttenfeest nog niet in vervulling gegaan, maar wat een dag zal dat zijn!
Evangelische Baptisten Gemeente Valkenswaard. Website gemaakt met WordPress door Marjan